Luchtwachttoren Aardenburg (Eede)

De al deels gerestaureerde toren tijdens de opening afgelopen jaar

De al deels gerestaureerde toren tijdens de opening afgelopen jaar

Historie Korps Luchtwachtdienst

De toren maakte onderdeel uit van een netwerk van uitkijkposten dat tussen 1950 en 1960, tijdens de Koude Oorlog, in ons land is opgezet om in tijden van spanning of oorlog laagvliegende vliegtuigen te kunnen signaleren. Het in 1950 opgerichte Korps Luchtwachtdienst kreeg de taak "om door middel van uitkijk- en luisterposten vijandelijke vliegtuigen waar te nemen en aldus gegevens te verstrekken, welke nodig zijn om vijandelijke luchtaanvallen te kunnen bestrijden en de eigen troepen en de bevolking tijdig te kunnen waarschuwen voor naderend luchtgevaar". Dit kwam neer op het signaleren, melden en volgen van laagvliegende vijandelijke vliegtuigen in het Nederlandse luchtruim. Vliegtuigen beneden de 1500 meter konden met de toenmalige radartechniek niet effectief worden waargenomen en gevolgd; dat gebeurde op het gehoor en met kijkers. Het netwerk van observatieposten heeft echter nooit in een oorlogssituatie hoeven functioneren. In de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw maakte de ontwikkeling van radar en straaljager definitief een einde aan het volgen van vliegtuigen met het oog en het oor. In 1964 werd het Korps Luchtwacht Dienst daarom sterk ingekrompen en de toren in Eede verloor toen zijn functie als luchtwachtpost. In 1968 volgde de definitieve opheffing van het Korps. Het netwerk van luchtwachtposten bestond uit 276 posten. De observatieposten werden bemand door vrijwilligers uit de burgerbevolking met 2 waarnemers per post. 3 tot 4 posten vormden samen een kring en hadden onderling telefonisch contact. De posten gaven hun meldingen door aan een regionaal meldpunt, het luchtwachtcentrum, waarvan er 8 waren. Deze luchtwachtcentra verwerkten de gegevens van de luchtwachtcentra en rapporteerden aan de centrale organisatie: Sector Operations Centrevan het Commando Luchtverdediging, die zonodig tot actie overging. De luchtwachtposten werden waar mogelijk opgericht op bestaande hoge gebouwen, zoals watertorens, fabrieken en bunkers. Waar geen bestaand hoog gebouw beschikbaar was, werden speciaal ontworpen losstaande torens gebouwd, de zogenoemde ‘raatbouwtorens’, gemaakt van pre-fabriceerde betonelementen, zoals de toren in Eede.

Luchtwachttoren Aardenburg (Eede)

De luchtwachttoren in Eede (postnummer 3W3) is gebouwd in 1953 en werd door Defensie aangeduid als luchtwachttoren Aardenburg (hoewel de toren dichter bij Eede staat dan bij Aardenburg). De toren vormde een driehoek (kring) met de niet meer bestaande luchtwachttorens Cadzand (3W1) en Schoondijke (3W2). De toren rapporteerde aan het luchtwachtcentrum in Breda. De toren bestaat uit betonnen panelen met vele vierkante openingen (raatbouwelementen), ontworpen door architect M. Zwaagstra in opdracht van Defensie. Met deze pre-fab techniek konden snel torens van verschillende hoogte worden gebouwd. De toren in Eede is van het type 13,92, wat de hoogte tot aan de observatiecabine aangeeft. Deze observatiecabine, boven op de toren, bestaat uit een open ruimte van 3 bij 3 meter met een ongeveer 1,5 meter hoge borstwering. Op de borstwering staan windrichtingen geschilderd als hulpmiddel bij de oriëntatie. Aan de zuidzijde van de observatiecabine is een overdekte schuilnis met houten bankjes. De constructie van de toren is door het gebruik van gewapend beton met slechts een dun betonlaagje op de wapening en de vele openingen zeer gevoelig voor weersinvloeden en betonrot. Na een beschadiging zorgt roest voor snel verval. Hierdoor verkeert de toren nu in een matige bouwkundige staat. Er springen stukken beton van de wapening af en er ontbreken tegels aan de onderzijde van de toren. Ook de houten trappen zijn door de weersinvloeden levensgevaarlijk geworden. De toren kan dan ook op dit moment om veiligheidsredenen niet beklommen of opengesteld worden.

Schuilbunker naast luchtwachttoren

Na de opheffing van het korps Luchtwachtdienst is de toren in Eede door de BB (Bescherming Bevolking) als observatiepostgebruikt om een mogelijke atoombominslag te lokaliseren. In 1968 is ten behoeve van die functie naast de toren een kleine betonnen atoomschuilkelder gebouwd. De kelder meet circa 4½ bij 2½ meter. In 1980 werd ook deze BB-taak beëindigd en raakte de toren buiten gebruik.

Monumentale waarde

Van de circa 140 in opdracht van de Genie gebouwde ‘eigen’ losse torens in Nederland zijn er nog slechts 18 over. Gezien de veelal matige bouwkundige staat van deze torens valt te vrezen dat binnen niet al te lange tijd er nog veel minder van deze opmerkelijke bouwwerken bewaard zullen zijn. De luchtwachttoren in Eede is militair-historisch van waarde als een unieke representant van de voorzieningen uit de beginjaren van de Koude Oorlog tegen laagvliegende vijanden. De toren, het observatiesysteem waar hij deel van uitmaakte en de BB-schuilkelder zijn kenmerkend voor de politieke en militaire geschiedenis van de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw. Bijzonder is bovendien dat vele burgers hierbij bij de landsverdediging werden betrokken. De betonnen prefab toren vormt door zijn ontwerp, constructie en materiaalgebruik (betonnen raatbouw) bovendien een typerend industrieel monument van de jaren 50 van de 20e eeuw.